Wildespele?

Vertaling en bewerking van "Voulez-Vous Jouer Avec Moâ?" (Marcel Achard) Bij een eerste diagonaal-verkenning van Achards 'Voulez-Vous Jouer Avec Moâ?' komt de lezer/beschouwer maar al te makkelijk tot de al te zeer voor de hand liggende conclusie: dit is een badinage, een kortswijl om boulevardgangers anno 1924 ter wille te zijn. Bij een tweede graaftocht - en nu dieper delvend dan de minder dan huiddikke Kennedy-benadering - ontdekt de studiosus de waarachtigheid achter de luchtige en tijdsgebonden clauzen, de wezenlijkheid van een theatermaker die zijn mondaine dos aflegt om cynicus te worden. De verstuiver van onschuldige geuren, van ongevaarlijk parfum legt zijn festivaljasje af om zich malicieuser te vermommen, zich achter een misleidend mistgordijn in camouflagepak op te stellen. Zetstukken van een niet-boulevardiaanse orde worden doorheen de nevels naar voren geschoven. De pionnen luisteren naar namen als: machtsstrijd, onliefde, verraad, profijt. Listen, snoeverijen, handgewring, ellebooggestoot, tonggekus, tandgeknars zijn de niet mis te verstane toebereidselen tot erger. En het is net dat amalgaam - het loeien van een veelkoppige demon dwars doorheen het schijnbaar lichtvoetig getrippel en gekik van een boulevardier in smoking - dat een vertaler/bewerker verblijdt. Hij kan namelijk zijn gang gaan met emoties - en niet met anecdoteverschuivingen. Kortom, hij hoeft niet werkeloos stil te blijven staan bij spitsvondigheden van een 1924-microkosmos, maar kan een eindwerk maken dat eeuwig in ons tijdperk past.

Dedalus